zaterdag 7 februari 2015

Vasthouden - Sylvie Marie

Een mooie bloemlezing toch altijd: De 100 beste gedichten voor de VSB poëzieprijs. Uit de versie voor 2012 het volgende, dat elke jonge of natuurlijk ook oudere ouder herkent. De kinderen die leren fietsen, en mama of papa die daar mee de geruststellende hand in hebben...En dus herinneren die kinderen het zich ook, jawel. Een beetje vasthouden, maar niet teveel, helpt!

hier was het waar ik leerde fietsen.
hoe ik telkens opnieuw begon
tot ik het kon.

het moet vaders hand op
mijn rug geweest zijn: een val-
scherm dat openklapte nog voor
ik aan het touwtje trok.

hij zei me, hoewel hij zweeg,
iets als: "geen paniek,
ik heb je vast."


www.sylviemarie.be


(c) Nele Van Canneyt

Sylvie Marie (Tielt, 1984) woont in Gent, publiceert sinds 2005 gedichten in literaire tijdschriften en staat regelmatig op het podium. In het voorjaar van 2009 verscheen haar debuutbundel ‘Zonder’ bij Vrijdag/Podium. Bij dezelfde uitgeverijen volgde in 2011 de tweede bundel ‘Toen je me ten huwelijk vroeg’ dat genomineerd werd voor de Herman de Coninckprijs, de JC Bloemprijs en de Eline van Haarenprijs. Haar derde bundel ‘Altijd een raam’ verscheen in juni 2014.
Qua proza verscheen in 2013  ‘Speler X’, een voetbalroman waarvan ze co-auteur is. 
Voorts doceert Sylvie Marie literaire creatie in de academies van Tielt en Ieper en is redacteur bij het literaire tijdschrift Deus ex Machina. In 2009 won ze Humo’s Gouden Aap waardoor ze een dik jaar lang wekelijks een gedicht in het blad bracht. 

donderdag 5 februari 2015

Top drie van 26 keuzegedichten

De zestien-zeventienjarigen konden kiezen uit zo'n zesentwintig gedichten, de meeste uit of rond het jaar 2003. De voorkeur genoten teksten van Jules Deelder, Erik Spinoy en Aad Meinderts. En dat was niet verwonderlijk, want het waren van de meer toegankelijke, meer herkenbare, meer algemeen-menselijke die om niet te vaak herlezen vroegen - en is dat niet realistisch? 
Hier zijn ze dan: ik stem in!

I Bezoeking

Wie kent de wilde vreugde niet
bij het verlaten van het ziekenhuis
als het bezoekuur is verstreken

Haast dansend gaat men over straat
om alvorens men de hoek omslaat
nog éénmaal achterom te zwaaien

naar het raam op de tiende etage
waarachter wie men heeft verraden
wanhopig een hand opsteekt.


Jules Deelder

uit: Vrijwel alle gedichten, De Bezige Bij, Amsterdam

Jules Deelder (1944), alias de Nachtburgemeester van Rotterdam, 
schrijft gedichten sinds de jaren zestig. Hij is ook een gewaardeerd performer en jazz-kenner.


II Slaap zacht

Komaan, het is tijd
de hele wereld wacht
zeg allen wereldwijd
slaap zacht
slaap zacht
de hele lange nacht.

De zon dooft nu zijn lamp
slaap zacht, ontwaak
in duister dromenland
slaap zacht, het wordt
een zwarte nacht.

(De President Elect of anders wel
de Gouverneur van Californië
houdt de wacht).

Slaap zacht.


Erik Spinoy

uit: L, Meulenhoff, Amsterdam

Erik Spinoy (1960) doceert moderne Nederlandse literatuur in Luik.


III Filmkus

Verliefd kan heel oud zijn,
bij elkaar zo'n 130 jaar.
Gister zag ik opa met oma,
hij streelde door haar haar.

Zij lachte naar hem, en hij,
hij plukte bloem na bloem na bloem
in eigen tuin voor eigen vrouw.
En oma gaf opa toen een zoen.

Niet zo'n laf kort kusje
maar een filmkus op z'n mond,
zo een die wel uren duurt.
Ik stond genageld aan de grond.

Waren dat echt mijn opa en oma?
Ik vond het heel erg raar,
dat verliefd zo oud kon zijn,
bij elkaar zo'n 130 jaar.


Aad Meinderts

Uit: Opa, hou jij het nog vol? gedichtenselectie over opa's en oma's, door Johanna Kruit, Averbode




PIEP! Rosalie, 5 lamt

Het koude verlaat,
het fluiten echoot luid,
het warme komt piepen.


Vooruit, doe uw ding,
Bloemzaad!


En de lente ontspruit...


====================
Een kort, charmant lenteversje dat een beetje haiku-sfeer ademt. Eerder voortijdig gejuicht, ook al steken de sneeuwklokjes hun sprietjes voorzichtig naar boven en al zijn tulpen, hyacinten, paasbloemen, tête-à-tête, al commercieel gedacht maar wel gezellig makend ruimschoots in supermarkten en tuincentra  voorradig...

Speels jongenswerk

JONGEN!



Het meisje kwam
Het meisje zag


Het meisje kwam terug
Ze overwon niet


Ze is een meisje


==========================




AFSPRAAKJE

 
Wie kan me helpen?
Ik moet zoveel doen.
Mijn liefde is niet te stelpen
Omwille van die ene zoen.
 
Hoe zal ik me kleden?
Wat zal ik haar zoal zeggen?
Geen strik of andere flauwigheden?
En komaan,  al die rommel wegleggen!
 
Moet me ook nog schminken.  (lol!)
Ligt m’n haar wel goed?
Wat gaan we drinken.
Is die champagne niet te zoet?
 
Zoveel vragen en stress!
Wat is ze dan ook mooi.
O nee, het is al bijna zes –
en het is hier nog een zooi!


===========================  


Uit deze jongensverzen mag duidelijk zijn dat jongens houden van wat dubbelzinnigheden. Een béétje ernstig en toch ook weer niet tè. En ze willen vraagjes uitlokken en meer aan de weet komen, over anderen, over zichzelf. Hoe en hoezeer en hoelang lig ik goed in de markt?En wat heb ik te bieden?En wie wordt de koper? 
In goed ouderwets rijm mag het blijkbaar ook nog wel zijn, dan bots je op onverwachte dingen die je - enigszins grappig toch - uiteindelijk maar aan tekstboord houdt.
=======================
Ik was een vlieg.
Ik vloog van buiten
naar binnen.


De rest kan ik
me niet herinneren.
===========================  
Net nu het interessant kon beginnen worden!







Koekjes van Sara, 5lamt


KOEKJES 



Geluk is niet zozeer
uitgelaten vreugde            
                          

Het is genegenheid, liefde

Kleine sprankjes hoop

Vinden


In de hoekjes van je huis

 
Sara diende haar tekstje handgeschreven in. Ik las koekjes in plaats van hoekjes, en die toevallige hint besloten we allebei meteen ook als speelse titel te gebruiken, omdat zo'n kleine sprankjes hoop (het hoeven geen officiële sprankeltjes te zijn) toch inderdaad ook een soort van welkome kleine versnaperingetjes zijn?

Alles mag je worden - Erik Menkveld

Lijkt eerder een meer dan zinvolle tekst voor retoricastudenten, maar de poësismannen en -vrouwen zijn er in verre gedachten toch ook al wel eens mee bezig. En het laatste zinnetje: dat geldt doodgewoon toch voor iedereen?

Het springzaad knapt, de brempeulen
knallen open en jij ligt er in je wieg
als een popelend boontje bij.

Alles mag je worden van mij: zeeman,
boswachter, archeoloog. Of -
als je leven ingewikkelder loopt -

gesponsord ontdekker van aangroei
werende stoffen voor scheepsverf,
alleenstaand paddestoelenfotograaf,

pacht- en beestenlijstenonderzoeker
van verdwenen Drentse keuterijen...
Behalve ongelukkig. Beloofd?

-------------------------
uit: 'Schapen nu!', 2001.

schrijver

Erik Menkveld (1959) was van 1987 tot 1998 fondsredacteur van Uitgeverij De Bezige Bij. Sinds 1998 is hij stafmedewerker bij Poetry International te Rotterdam. Met ingang van de jaargang 2000 is hij redacteur van het literaire tijdschrift Tirade.

woensdag 4 februari 2015

Kindsoldaten - Gwij Mandelinck


De oude generatie is nog niet afgeschreven. Oude knarren - vergeet het maar!Je mag dan 77 zijn geworden, als deze Mandelinck met de goedgekozen schrijversnaam, dat belet niet dat je je nog kan inleven in de aartsmoeilijke situatie waarin eens zo onschuldige kindsoldaten verdwaald raken.


Vraagje: verklaar de beknopte omschrijving in regels 5 en 6


2


Camouflage: een kroon van mos,
wenkbrauwen, haar van rupsen.

Met zaadpluimen gevleugeld
vertrappen ze de vallen.

Geen sluippad te beschrijven:
langs kinnen loopt verkleurde inkt.

Van insecten hebben ze het
heftig steken, het haastig sterven.



in: De beste gedichten voor de VSB poëzieprijs 2015




Gwij Mandelinck, echte naam Guido Haerynck, (Dentergem, 1937) is een West-Vlaams dichter.
Hij volgde het middelbaar in de Normaalschool in Torhout. Daar was hij leraar Nederlands van 1959 tot 1975. In 1975 werd hij bibliothecaris. Een jaar later werd hij coördinator van het Hopmuseum. Hij woonde lange tijd in Watou en woont nu in Aartrijke.


Zijn pseudoniem komt van de rivier de Mandel die in de Leie vloeit.

Korte leerlingen-gedichten volgens een bestaande structuur


Jouw afwezigheid


          is zoals een zee zonder water

                       een muziekstuk zonder melodie
           
                       een gedicht zonder woorden


maar één boodschap heb ik voor jou:


                       B L I J F


====================================


Zoals een vogel die vrolijk dwarrelt

                           in de ochtendzon

Zoals de sterren die warm fonkelen

                           aan de hemel

Zoals sneeuw die eeuwig blijft liggen

                            op de hoogste berg


Zo meen ik dat ook jij bent


======================================
Geluk is de wind in de zeilen.
Geluk is zeilen op zee.
Geluk is een zee van vreugde.
Geluk is leven in de wind.
=======================================


Zoals een naald in een hooiberg

Zoals een regendruppel in putje zomer

Zoals een ezelsoor in mijn favoriete boek

Zoals het leven, uniek en zeldzaam

Zo denk ik dat ook jij bent


=======================================  
Zij is de zon die straalt op de aarde.
Zij is de maan - en het duistere verdwijnt.
Zij is de ster, het licht in mijn universum.
Ik ben een simpele bloem die opbloeit
dankzij haar warmte.


Ik ben een nacht die oplicht door een ster.
======================================== 
Anders ben jij,
Niet zwart, niet wit,
eerder grijs.


Anders ben jij,
je liegt en spreekt
de waarheid.


Anders ben jij,
soms blij,
soms vol pijn.


Anders ben jij
en anders
zou ik niet willen zijn.
=====================
Is hier nood aan enig duidelijker partij kiezen,
klare wijn schenken,
of is die nu eenmaal niet zo doorzichtig en helder te schenken
in het labyrint, het mysterieuze web van relaties?

Verloren


Ik kijk naar de koele waterdruppeltjes op mijn Orval-glas

Ik zie ze schitteren als parels, beschenen door de zon

Ik hoop dat het glas niet uit mijn handen valt


Wat valt, gaat verloren


Timothy, 5 lamt


op gang gezet door een bestaand gedicht-structuurtje

Wie kiest mee een laatste zin?

Dries schreef onderstaande tekst volgens een schrijfaanzet uit Invers.
Zijn laatste zin ( die begint met de twee vermelde woorden) laat ik onvolledig.
Lezer, wat zou jij er van maken? Nadien wegen we samen af. 
Misschien blijft de finale van Dries natuurlijk gewoonweg staan!


Het meisje duwt haar borst tegen de zijne
Het meisje werpt haar armen als verlepte rozen rond zijn nek
Het meisje laat bloed lopen langs zijn rug

Ze zegt dat de wereld haar heeft uitgespuwd
Ze zegt dat het genoeg is geweest

De jongen voelt de intense warmte van het verdriet
De jongen ziet de diepe sneden in haar armen
De jongen laat tranen lopen langs haar rug

Hij zegt dat de wereld vervuld is van afgunst
Hij zegt dat de schoonheid haar heeft gegrepen

Het meisje ...

dinsdag 3 februari 2015

Poëziegeschenk 2015


Het geschenk is een boekje van15 sonnetten, geschreven door Ilja Leonard Pjeijffer, en wel in de vorm van een sonnettenkrans. Vrij moeilijk om te doen en dus niet zo vaak toegepast. De laatste regel van je sonnet wordt de eerste regel van het volgende sonnet, en zo telkens verder. Zo heb je na veertien regels veertien sonnetten gemaakt, en je vijftiende sonnet zijn alle eerste regels na elkaar, in sonnetvorm natuurlijk.
Het is meer dan een vormspelletje. Het thema is ook belangrijk: de ietwat cynische cyclus gaat over relaties die verlopen van begeren, beminnen, verliezen naar missen. En aan het einde kan je weer van voren af aan beginnen. Daarom koos hij voor deze vorm!


'We scheppen wie ons liefheeft naar ons beeld.' 


Ilja Leonard Pfeijffer schrijft romans, verhalen, gedichten, columns, essays, kritieken, theaterstukken en songteksten. Hij woont en werkt sinds zes jaar in Genua, Italië. Pfeijffer won eerder dit jaar de Libris Literatuurprijs voor zijn roman La Superba. 

Verjubelen

dinsdag 3 februari 2015
 

betekenis

verbrassen

uitspraak

[ver-ju-buh-luhn]

citaat

"'Het gaat echt om duurzaam investeren. We willen het geld niet zomaar verjubelen.'"

Bron: D66 wil reserves provincies aanspreken voor groei (Nos, 2 februari 2015)

woordfeit


Wie zijn geld verjubelt, geeft het (over)enthousiast en zonder nadenken uit. In verjubelen zijn de woorden jubelen 'juichen' enjubel 'feestvreugde' te herkennen. Die gaan terug op het Latijnse werkwoord iubilare 'juichen', dat waarschijnlijk ontstaan is als nabootsing van hoe het klinkt als iemand jubelt. (Een vergelijkbare j-klank zit in jodelen, een woord dat ook nabootst hoe het bedoelde klinkt.)
Verjubelen 'verbrassen' kwam in de jaren tachtig in zwang in politieke kringen. Minister van Financiën Ruding wordt genoemd als de bedenker van het woord. Ook nu nog wordt het woord vooral in een politieke context gebruikt, meestal met betrekking tot het besteden van overheidsgeld.
 
 

Uit eten


Je kunt het beste maar met plezier doen
wat je anders ook met plezier zou doen.
Als er geen maaltijd tussen zou zitten!

Er is vroeger nooit gesproken over de maaltijd als een zaak.
Een netelige zaak?
Maar sinds de kinderen!

Die eten ook werkelijk niets van wat wij vinden dat zij te eten hebben.
En al die oude koek, daar lachen zij om.
Courgettes, jij durft! Of aubergines, het moet niet gestoorder worden.

'Zoon snijdt gezicht uit raapje'
(Er stak een tong door, zijn tong en tot zover was de maaltijd overzichtelijk bedorven.)
Maar zie de schaapjes eens in bed te krijgen zonder volle maag, die mekkeren.

De ene heeft zijn guldens dreigend belegd in 'De Berehap', daar frituurt men maagvulling.
Ik vind het goed, wat ben ik er voor eentje?
Doe mij ook maar met.

Ja, met!
Ook voor de andere.
Ja, met!

Ja, met met met met met!


-----------------------------------------------------------

Anne Vegter    uit: 'Aandelen en obligaties', 2002.

De stilte als je weg bent. Ik koop bloemen




De stilte als je weg bent. Ik koop bloemen
om haar te overstemmen, hoor de stilte,
hoor de stilte van de man die de rozen schikt.

De stilte als je weg bent, ik mijn code
ingeef, kijk hoe handen van een ander mijn gebaar
wikkelen in de stilte van de banktransactie.

De stilte als je weg bent en ik thuis
een lege vaas, die doofstom staat, water geef,
en bloemen. De stilte van de bloemen

die niet zingen zolang je weg bent.


---------------------------------------------------------

Sven Cooremans                              uit: 'Hove bad'



schrijver


Sven Cooremans (1970), studeerde wijsbegeerte (K.U.Leuven), is leadsinger van de Nederlandstalige rockgroep ludo, zaalvoetbalspits bij twee clubs en maakte met zijn stokoude Mitsubishi Lancer een 'trip' richting Japan. Hij is redactielid van Gierik - Nieuw Vlaams Tijdschrift. Gedichten van hem verschenen in De Brakke Hond en Gierik, kortverhalen inDW&B, Deus ex Machina en Gierik.

DE FRITURIST


als ze zingen

dan weten we
dat ze goed zijn

dan zijn ze goed
voorgebakken

wij weten dat
we horen dat

we zeggen daar
zingen tegen


Sven Cooremans


in: 

De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2015
     gekozen door Peter Vandermeersch

WINTERHAIKOES

uit de 5 GRWIB GRLA LAWIB 

SJC AALST   Januari 2015


 van de steeds vaardiger wordende hand van 

Laurens Amber DM Richard Tom Dries Sam Rebekka Laurens Pauwel Amber DN Nikolas  Amber  DM Pauwel Nikolas Karel Helena Lise Laurien Jarne Jakob Eline Richard Amber DN Laurens Kobe


De schoorsteen die rookt.
Buiten ligt een sneeuwtapijt.
Zwervers vriezen dood.

Wandelend met een
Warme winterjas in de
Wervelende wind.

Kletsende regen
Tegen de koude ruiten.
Ruw winterweertje.

Waaiende wind raast
mijn oren langs. Ik hoor me
zelf haast niet denken.

Godin Dageraad
Raakt in purperen gewaad
Het hemelgewelf Licht.

Door de winterlucht
brengen vliegtuigen mensen
naar zomers landschap.

Reizende reiger
Strijkt met wijde vleugels neer
Op het vredige gras.

Herten in het veld
Grazen zachtjes naast elkaar.
Simpel is hun dag.

Grauwgrijs de hemel
Maar binnen heerst het kaarslicht,
Zacht en  stil en warm.

Ganzen bevolken
Een grote vijver van sneeuw. -
Ochtendweidepracht.

Winterse wolken.
Koude giert door de kieren.
Warm diep in mijn hart.

Brandend in het vuur…
Brr, de blokken  hout houden
Het niet langer vol!

Op zoek naar voedsel
Kijken magere vogels
Uit naar de lente.

Wit op de daken.
Sneeuw valt over de aarde.
Hemelse vreugde.

Besneeuwde velden.
Het leer rolt moeizaam verder.
Wedstrijd afgelast.

De hemel zo grauw.
Gevangen waagt de zon een blik.
Wolkenbedekking.

Hi koe, hi geitje!
Buitengewoon buiten zijn.
Ik ben herboren.

Zitten aan de haard.
Striemende regen buiten.
De wind gaat tekeer.

Bossen en weiden.
Ploeteren door de modder.
Zo stil, zo levend.

Slapende wereld
Wacht op warmere tijden.
Stil in dierenrijk.

Helder licht buiten.
Snelle stralen van de zon,
ultraviolet.

Diep in dromenland.
Alles kan er gebeuren. -
Ochtendradio.

Ogen knipperen
Bij winterse zonnegloed.
Stralenspektakel.

Fel gekleurde lucht
In zijn simpelheid zo mooi.
Kijk meer om je heen…

Ondergaande zon
kleurt de grijze wolken rood.
Weg zakt ze in niets.

Witte ochtenddauw.
De slaap van de wereld
smelt onder de zon.

Door zompige grond
komt het paard naar mij toe.
Zie hoe het glimlacht.

Rimpelend water.
Perfecte imperfectie.
Het stroomt dapper door.

============================================================

TROOSTMEISJES


Toevallig hoorde ik gisteren iemand op de radio vertellen over troostmeisjes. Het leek me een enigszins mooi woord tot ik hoorde wat er allemaal schuil achter ging. Dat was nogal troosteloos. Mooie woorden die minder mooie dingen verdoezelen, eufemismen of vijgenbladwoorden zoals ze ook wel eens genoemd worden. Korter en beter definiëren dan wat Wikipedia er over zegt hoeft misschien niet.

De term Troostmeisjes (Japans: 慰安婦 ian-fu) verwijst naar de vrouwen en meisjes die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog door particulieren en de Japanse officiële instanties ter beschikking werden gesteld aan de Japanse militairen. Officieel luidt het dat deze meisjes en vrouwen zich vrijwillig aandienden om "troost" te bieden aan militairen. In werkelijkheid waren deze vrouwen seksslavinnen die tegen hun wil werden vastgehouden en gedwongen werden zich te prostitueren en was het een vorm van oorlogsverkrachting.