donderdag 12 februari 2015

Giro Giro Tondo, een obsessie Ilja Leonard Pfeijffer








I

Op marktplaatsen heb ik naar jou gezocht.

Waar minderbroeders op je hammen kwijlden,

prelaten onder al je rokken zeilden,

heb ik het pluimvee uit je schoot gekocht.


Gebraden hanen reeg je aan het spit

alsof je daarmee iets wilde beweren.

Je greep met harde hand naar schorseneren

en raspte stengels met ontbloot gebit.


Al heb ik jou zo vaak nog nooit ontmoet,

zal ik je van mijn leven niet vergeten.

Ik wil je zeggen hoe je overvloed


mijn honger al die jaren heeft bezeten.

Ik zou niet weten hoe ik zoeken moet.

Ik wist je naam niet, wilde die niet weten.


2

Ik wist je naam niet, wilde die niet weten.



15

Op marktplaatsen heb ik naar jou gezocht.

Ik wist je naam niet, wilde die niet weten.

Op elke website wist ik jou te heten,

hoewel ik nergens op je hopen mocht.


Toen ik je vond, was jij verrassend echt.

Je maakte lange vingers van gedachten.

Je vlocht mijn woorden tot een strik. Je lachte,

al had ik volgens mij niets raars gezegd.


We scheppen wie ons liefheeft naar ons beeld.

In wolken valt een wereldrijk te winnen.

Bestaan is een illusie die je steelt.


Ik kan je slechts als fantasie beminnen.

En op een blanke bladzij die vergeelt

wil ik je weer als een gemis verzinnen.


Giro giro tondo – de titel verwijst naar de beginregel van een Italiaans kinderliedje – is een in vormtechnisch opzicht niet eerder vertoonde gedichtencyclus in de Nederlandstalige literatuur.

Het is een volledig aan alle strenge regels gehoorzamende sonnettenkrans. Een ware stijluitdaging,

dit geheel van vijftien sonnetten.

Het thema, de liefde, is oeroud. Maar Ilja Leonard Pjeijffer  blaast het met verve, virtuositeit en ongekende energie nieuw leven in. Een pijnlijke liefdesrondedans van begeren naar beminnen naar verliezen naar missen, kortom: Giro giro tondo.

Pfeijffer woont en werkt in Genua.

Als een vreemde

Een tekstje uit een jong leven dat me heel erg trof. Omdat wat omschreven wordt vaak het geval is, in mindere of meerdere mate. Het zit dichtbij. Het zit in ons. Praat eens dieper met een vreemde, die al gauw vertrouwder zou kunnen worden dan je denkt. 

Iemand die in hetzelfde dorp woont, maar waar je elkaar nooit ziet
Iemand die op dezelfde bus zit, maar toch als een vreemde naast je zit
Iemand die op dezelfde school zit, maar toch zo anders is
Iemand die in dezelfde klas zit, maar toch zo onbekend is

Iemand die zo dichtbij is en tegelijk zo veraf

Ik moest ook denken aan het goede idee van "organising a conversational meal" zoals dat opdook in de tv-reeks Het voordeel van de twijfel, en waarvan echo's allerhande te vinden zijn, zoals de volgende.


The Conversation Menu

The Muse organises Conversation Meals at which you are seated in pairs with someone you have never met, or know only very vaguely. You are each given a Menu of Conversation that looks like a restaurant menu, with starters, fish, grills, dessert etc, but instead of descriptions of food dishes, each heading contains topics to talk about, 25 in all.
A Muse introduces the meal and explains how to proceed and the rules of what is more than a game. Each of you chooses a topic, and when you have finished discussing it, the other chooses a topic and so you go through the Menu. That normally takes two hours, though we have known it to last seven hours.
We have been amazed by how quickly the conversations become animated, and how interesting and memorable the event becomes. You get to know a stranger very well, and find that you are learn a lot about yourself too, in discussing such topics as ambition, curiosity, fear, friendship, the relations of the sexes and of civilisations. One eminent participant said he would never again give a dinner party without this Muse Menu, because he hated superficial chat. 
En ik stipte deze week ook de volgende zinnen in een gedicht van Kreek Daey Ouwens aan (wat een merkwaardig vreemde naam heeft die man!):
Wat men op een dag allemaal zegt, wat
men uitspreekt, dat zijn alleen de
schillen, Larissa. Nooit komt men bij 
het binnenste. De kern.

woensdag 11 februari 2015

Blijf - Ellen Deckwitz

uit het Saint Amour programmaboekje van Behoud de Begeerte

BLIJF

als een geest hangt je geur nog in mijn dekens,
blijf. Ook al ben je bang voor je eigen schoonheid,

dat zij nog maar enkele jaren heeft. Ook al vrees je de wind
die misschien de kleur uit je haren zal blazen,
blijf.

Eens zullen we allen moeten branden en weet
dat je tussen mijn handen het allerbest blakert.


ongepubliceerd

Eratosthenes - Hugo Claus






 
Zij was met haar knul.
Bevend zei ik:
“Mag ik een dezer dagen
de grendel van je deur opheffen,
je slot ontsluiten,
tussen je deurposten glijden,
en in je klamme vestibule
een hefboom planten?
 
Zij keek naar haar knul.
Toen naar mij:
“Raak mijn deurtje niet aan,”
zei ze.
“En pas op!
want er is al een kwade hond
binnen.”
 
Hugo Claus
 

Een jeugdig, ietwat baldadig verwoord liefdesgedichtje dat er naar deze Saint Amour-tijden toe wel bij mag. Een beetje gewaagd van taal? Of toch jong en inleefbaar, met het verlangen, de passie, het verbod, de zin, en de angst voor de liefdesconcurrentie die ieder vroeg of laat wel eens tegen het lijf loopt?

dinsdag 10 februari 2015

Dichter der Nederlanden Joke van Leeuwen

Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) heeft de Nederlandse schrijfster en dichteres Joke van Leeuwen uitgeroepen tot Dichter der Nederlanden. Van Leeuwen (62) zal naar eigen keuze gedichten schrijven voor een ruim publiek over de relevante dingen in Nederland en Vlaanderen. Ook zal zij optreden als ambassadeur van de poëzie in binnen- en buitenland.
Een merkwaardige keuze, want er zijn al twee Dichters des Vaderlands actief: Charles Ducal in België en Anne Vegter in Nederland. Maar het ANV, dat actief is rond de culturele integratie in Nederland en Vlaanderen, koos voor dit nieuwe initiatief "omdat poëzie een van de manieren is om het publiek bewust te maken van de relatie tussen Nederland en Vlaanderen".


Van Leeuwen was eerder al stadsdichter van Antwerpen en is momenteel voorzitter van PEN Vlaanderen. Voor haar hele oeuvre kreeg ze in 2012 de Constantijn Huijgensprijs.
Haar roman 'Feest van het begin' werd in 2013 bekroond met de AKO Literatuurprijs.


Aanbod

Langs deze, langs deze mij
deze mij onsympathieke
weg, schuilnamenlaan.

Wat zal ik zeggen? Ik ben
schorpioen en heb hobby's, als
landschapsgeschiedenis enz.

Dat ik graag vis eet en veel lees
over vissen, dus waar ze van leven
en hoe wij van hen.

Verder een slank postuur,
afstand is geen bezwaar,
afstand is tijd en die neem ik

met iemand, met wijn erbij
en open haard soms ook
en graag mooi weer.

Jonger wel, jij dus, van hart,
longen enz. Ben zelf
intussen al over veel heen.

uit: Wuif de mussen uit         Querido 2006



Alle wriemeldiertjes...

Alle wriemeldiertjes 

alle wiebeldiertjes 

alle kruip- en kriebeldiertjes 

zitten verstopt in het hoge gras. 



Ik zou maar op mijn tenen lopen 

als ik jou was. 




Uit: Ozo heppie en andere versjes
Amsterdam: Querido, 2000


Heppie

Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag.
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?

Uit: Ozo heppie en andere versjes 
Amsterdam: Querido, 2000



Lijmen

Ik had drie beestjes,
drie beestjes van steen.
Een vogeltje,
Een veulentje,
Een varkentje.

Ze zijn gevallen.
Ze braken stuk. 
I
k heb ze gelijmd. 

't is bijna gelukt.

Ik heb drie beestjes, 

drie beestjes van steen. 

Een volentje, 

Een veukentje, 

Een vargeltje


Uit: Ozo heppie en andere versjes
Amsterdam: Querido, 2000


Andermans hond

Ik ging niet wandelen met de hond,
de hond ging wandelen met mij.
Kijk, zei hij, kijk, zo doe je dat:
je snuffelt wat, je kruipt eens
onder groen, je doet daar wat je
daar moet doen, je kwispelt -
nee dat kun je niet - loopt achterna
wat vleugels heeft, je rolt je op je
ene zij, je andere zij, je ene zij,
je mond staat op de tocht, je zoekt
in woorden naar een geur, bij grenzen
naar vreemd vocht, hoort woest geroep
van groepen mens als blaffen aan,
verstaat alleen je naam
en Lig en Koest en Af.


uit: Wuif de mussen uit 
Querido (2006)


Voor I. DIE MET DIE TINITUS - JUDITH HERZBERG

Onderaan een gedicht van Herzberg dat het tinnitus-thema behandelt...

"Ja, ik heb een burn-out en tinnitus." Dat schreef VRT-journaliste Goedele Devroy (46) zelf op Twitter dit weekend. (7-8 februari 2015)

Mensen die het vervelend gesuis ooit in hun oren hoorden piepen en kermen, zullen het herkennen en pleiten voor meer handmatig bedreven activiteiten in huis, keuken en tuin. Geen stofzuigers hanteren maar bezems, geen motorzagen in lijf en leden door elkaar schokkende knuisten houden, maar hout in stukken zagen met de hand. Geen steeds maar motormatig kortgemaaid gazon er artificieel bij willen zien liegen, maar gaan voor een rust en vrije tijd scheppende wildere tuin die ook ecologisch heel wat voordelen biedt. Geen auto maar een fiets. Geen vliegtuig maar vleugels!

Tinnitus of fantoomgeluid, soms ook oorsuizen genoemd, is een aandoening van het akoestisch systeem, gepaard gaande met het horen van sis-, fluit-, brom- of pieptonen in één of beide oren. Het geluid wordt vooral waargenomen wanneer er geen of minder omgevingsgeluid is en kan zo luid zijn dat het horen wordt belemmerd. De naam komt van het Latijnse tinnitus aurium, wat 'gerinkel in de oren' betekent. Een in de uitgaanswereld gebruikte term is piepstress. Een paar van de meest opvallende redenen:
  • gehoorschade door zeer harde geluiden geldt als belangrijkste oorzaak. Tinnitus is dan een teken van beginnende gehoorschade en kan al direct na een bezoek aan een discotheek optreden. Tinnitus of "piepstress" komt veel voor bij jongeren die een avond zijn gaan stappen. Op poppodia, festivals en in discotheken wordt vaak gedraaid op een volume rond de 100 dB; een volume dat na tien minuten al acute gehoorschade kan veroorzaken. Ruim 15% van de jongeren tussen 16 en 30 jaar lijdt hierdoor al aan een vorm van blijvende gehoorschade. Ook het op een hoog volume beluisteren van muziek via draagbare persoonlijke geluidsapparatuur (zoals mp3-spelers) is in dit opzicht verdacht. 
  • grote emotionele spanningen: traumatisch geluid (geluid gekoppeld aan een trauma), burn-outstress en oververmoeidheid, posttraumatische stressstoornis, paniekstoornis en angststoornis en depressiviteit.

Waar hoop je nog op.
Wat zoek je hier nog. Het oor
heeft toch jaren geleden, de strijd
is verloren. Bladblazers, bazig,
jagen de vogels steeds hoger
de boom in. Het gestadige
sierlijke zwiepen van gewillige
bezems heeft plaats moeten maken.

En binnen, steeds eigenzinniger
stofzuigers, bijna zelfstandig, kiezen
liefst uren waarin vast
een Engelse brief nog probeert
zich te schrijven.
                       
                           En jammer
zo jammer in de werkkast
verkommert de aardige, zachte,
de grijze geruisloze zwabber.




maandag 9 februari 2015

Lied van de arbeid - Charles Ducal

Het tweede gedicht van Dichter des Vaderlands Charles Ducal, een parabel over de arbeidsmarkt opgedragen aan de werknemers van Ford Genk en ArcelorMittal, verschijnt op 30 april in De MorgenVers L’Avenir en GrenzEcho naar aanleiding van de Dag van de Arbeid. U kan het onderaan lezen.

Omdat dit tweede gedicht een lied is, sloegen twee topmuzikanten de handen in elkaar. Jokke Schreurs zette de tekst op muziek en Filip Jordens zingt het lied in de drie landstalen. Op 1 mei brengen zij dit lied voor het eerst voor het publiek. Charles Ducal brengt het gedicht samen met Jordens en Schreurs ook op de openingsavond van het Felix Poetry Festival in Antwerpen op 11 juni.

Lied van de arbeid

voor de werknemers van Ford Genk en ArcelorMittal

Nooit droeg de boom zo veel vruchten,
maar de tijden zijn hard, zegt de heer.
Hij neemt twee ladders weg, de plukkers
die blijven plukken nu meer.

Nooit vulden zich rijker zolders en kelders,
maar het deel van de plukkers neemt af.
Al plukken zij langer en sneller,
voor de heer is hun arbeid een last.

Elders klimt men met honger de boom in
en daalt er met honger uit af.
Het wekt in de heer de hoop op gewin:
de boomgaard wordt omgehakt.

In verre grond wordt een nieuwe geplant.
Als afscheid krijgt iedere plukker
een mandje mooi fruit. De tijden zijn hard
als onder een ladder een man staat die huilt.

Zonder boom is een plukker een hand
in het ijle die niet meer beweegt,
waar dagelijks een aalmoes in valt.
Een aalmoes maakt lui, vindt de heer.

Waarop hij zijn priester stuurt met het Woord
dat de werkloze plukker zondig spreekt
en hem aanspoort op zoek te gaan
naar een boom. Er is er vast nog wel een.

Moraal:

Zo de arbeidsmarkt verdween
was er werk voor iedereen.

I - Infelix Dido - Sofie Verdoodt



duizend keer voel ik zijn schip
over mijn lichaam varen
op de bodem haken mijn ogen
zich vast aan de kiel


zullen zijn mannen hem vragen
wat hun ruim bezwaart
wiens stem weergalmt
achter de planken?


mijn as zal zich met grond
van zijn thuisland mengen
elke steen die hij legt dekt mijn graf
de kuil die hij graaft is mijn mond


elk aan een andere kant van het water
zijn wij nog samen
achter die spiegel
kam ik nu mijn haren


hoezeer hij mij ook op laat drogen
nooit vergeet Aeneas
naar welke diepten
mijn lippen hem zogen


In haar humanioratijd op het SJC was Sofie al dichtend en toneelspelend in de weer. Stijlvol deed ze dat, aangemoedigd door Jeugd en Poëzie en een aantal dichtende vrienden. En ze is aan de weg blijven timmeren, stellen we met vreugde vast. Tijd voor een gesprek. Een of andere retorica-student 
regelt een van deze dagen een afspraak met haar. Met plezier zullen we haar verhaal lezen!

zondag 8 februari 2015

Remco Campert PRIJS DER NEDERLANDSE LETTEREN 2015

Het kon niet anders of hij moest hem wel eens krijgen. Nu hij, als oude Vijftiger,  nog zo monter en lichtvoetig overblijft. En zoals te lezen staat: hij die altijd voor luchtigheid en wat relativering in de soms nogal zwaar op de hand zijnde Nederlandstalige poëzie heeft gezorgd. Regels die vlot en haast vanzelf lezen, begrijpelijk zijn en waarin velen zich links of rechts herkennen. 'Geluk is mogelijk' bijvoorbeeld is een praktische gouden raad voor al wie op zoek is. Het telefoonboek is dan wel verouderd, de boodschap blijft spreken. En verzet dat begint met jezelf een vraag te stellen, en dan aan een ander - zou er op die manier niet heel veel vooruitgang in deze wereld mogelijk zijn?

https://www.youtube.com/watch?v=4yuqFBZAA54    Antwerps meisje

Licht van mijn leven

Het levenslicht zag ik in Den Haag
maar in Amsterdam, Van Eeghenlaan zeven,
te midden van dichters (Luceberts schaterlach,
Schierbeeks hikkende Boek Ik), zagen
mijn woorden het licht
dat me niet meer verliet, trouw
door dik en dunner dan dik

nu zoveel jaren later
loop ik nog even door de straten
van datzelfde Amsterdam, tot
in een knipperend ogenblik
het leven me loslaten zal

laat me dan, dat moment gekomen,
opnieuw nog even
zweven boven het Stedelijk
dan verder al hoger
boven de bomen in het Vondelpark
waarna ik, mijn tijd opgeheven,
voor eeuwig uiteenval, me verenig
met het fijnstof van de stad,
met de spiegeling van het zonlicht
in het water van de gracht
en word meegenomen met de glimlach
en de dromen van het meisje
dat ik eens op een tramhalte zag

============================



Zulke mooie dagen
maar duizenden angsten besluipen me

Prachtige nachten
maar monsters beslapen me


Geluk is mogelijk


Sla het telefoonboek open
kijk nou, allemaal namen
en elke naam een nummer, een adres –

word gelukkig als je kan!


Gaan

Ik zal gaan
O met genoegen zal ik gaan 

met diepe vreugde en trompetgeschal 

ik zal gaan 



Als jij roept zal ik gaan 

mijn werk mijn eten en mijn handen 

zal ik laten staan 

als jij roept zal ik gaan 



Als jij roept in de morgen 

in de middag in de avond 

in mijn dromen in mijn waken 

als jij roept zal ik gaan 



Ik zal gaan 

al breken ze mijn benen 

al moet ik kreupel gaan 

engelen binden dan mijn wagen 

vleugels aan 

Ik zal gaan



De vertraging


naar de vertraging der vlakten
verlang ik, naar het gras der rust,
naar wolken van eenzaam varen
en de wattenwind der zuiverheid,
naar de lommerdorpen van ontspanning
en pastorieën der voltooide liefde


Iemand stelt de vraag

2

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in z´n kop krijgt

zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud

zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die de sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen.


3

iemand weigert de schelp
iemand houdt op met dansen
iemand smijt de kroegbaas de kruik in ´t gezicht
iemand zegt opa de pest met je oude verhalen
iemand wil het alfabet leren

iemand pakt de opzichter z´n zweep af
iemand steelt een geweer
iemand zegt dit is mijn grond
iemand staat zijn dochter niet af aan de landheer
iemand antwoordt niet met twee woorden

iemand houdt zijn graan verborgen
iemand viert geen feest als de vrachtwagens komen
iemand spuugt op de grond als hij de soldaten ziet
iemand snijdt de banden door
iemand verschuilt zich in het woud

iemand droomt niet meer
iemand richt zich op
iemand is voor altijd wakker
iemand stelt de vraag
iemand verzet zich

en dan nog iemand
en nog iemand
en nog.

Zondag

Zondag had ik me voorgesteld
in de hangmat door te brengen
tussen de stevige stammen van de bomen
dicht boven de aarde
en van de hemel ver genoeg verwijderd
om me een mens op zijn plaats te voelen. 

Maar het regende. 
 
© Remco Campert
Uit: Bij hoog en bij laag
Amsterdam: De Bezige Bij 1959

Een vergeefs gedicht

Zoals je loopt, 

door de kamer uit het bed 

naar de tafel met de kam, 

zal geen regel ooit lopen

Zoals je praat, 

met je tanden in mijn mond 

en je oren om mijn tong, 

zal geen pen ooit praten 



Zoals je zwijgt, 

met je bloed in mijn rug 

door je ogen in mijn hals, 

zal geen poëzie ooit zwijgen 





Gemompel

Hoe duidelijker ik 't wil zeggen

hoe slechter ik uit mijn woorden kom



dit lijkt me een typisch verschijnsel 

van het een of ander.



----------------------

uit: 'Dichter', 1995



Licht

We wilden licht meer licht

we kapten de boom die in zijn eigen reiken

ons verlangen in de weg stond

de boom kreunde kermde kraakte

zijn laatste vezel scheurde

en met een razend suizen van zijn blaadjes

sleurde hij zijn leven neer

de wind die hem bespeelde

week geschrokken uit



eindelijk hadden we licht in de kamer

in dat licht keken we elkaar aan

en zagen klaar

ons onherstelbare gezicht



---------------------------------------

uit: 'Nieuwe Herinneringen', 2007.



Antwerps Meisje

Het was laat in de avond
regen in lamplicht gevangen
sloeg neer op het macadam
van de Mechelsesteenweg
je had een offwhite jurkje aan
ik schatte je op vijftien
je liep langs de straat
waar ook ik overging
auto's passeerden remden af
reden weer verder
je vroeg de weg naar de Muze
café waar Ferre optrad
Ferre Grignard de zanger van jouw lied
zijn stem die op de radio geklonken had
en waarheen je nu op weg was
'volg de tramrails maar
dan vind je hem vanzelf'
en ik onnozelaar liet je gaan

Antwerps meisje
dat ik in mijn hart draag
wat heb ik toch gedaan
met mijn leven


Uit: 'Nieuwe herinneringen', 2007.

trein

eierdoppen

in het gele gras



veranda's 

met de maandagwas



keukens

met de geur van gas



kaakjes

in de plastic tas



glanzende spoorrails

waar ik op plas





In het donker

Soms zie ik spoken

's avonds laat op straat

in een vuilwitte jurk

jij die niet bestaat

of mager in een pak

van vooroorlogse snit

mijn vaders gelaat

of tot mijn schrik

in een spiegelruit

mezelf die verdergaat.



----------------------

uit: 'Dichter', 1995.


Als ik doodga


Als ik doodga
 hoop ik
dat je er bij bent

dat ik je aankijk

dat je mij aankijkt

dat ik je hand nog voelen kan



Dan zal ik rustig doodgaan


Dan hoeft niemand verdrietig te zijn

Dan ben ik gelukkig.




De Nederlandse schrijver, dichter en columnist Remco Campert (85) krijgt de Prijs der Nederlandse Letteren. Deze driejaarlijkse prijs is de belangrijkste literaire onderscheiding in ons taalgebied en wordt georganiseerd door de Taalunie.

"Remco Campert brengt lichtheid in de Nederlandstalige literatuur", zo stelt de jury onder voorzitterschap van Kris Humbeeck. De jury noemt Campert een "groot stilist die in zijn werk steeds relativerend en geestig is en daarmee verschillende generaties blijft aanspreken. Bij Campert zit de diepzinnigheid aan de oppervlakte. Hij kan onverbloemd over het geluk schrijven maar heeft zich nooit vastgereden in clichés".

Campert heeft sinds zijn debuut in 1951 een indrukwekkend oeuvre opgebouwd. Zijn poëziebundels Met man en muis en Het huis waarin ik woonde (1955) werden bekroond met de Jan Campertprijs. In 1979 kreeg hij de P.C. Hooftprijs voor zijn gehele poëtische oeuvre. In 2011 werd hem de Gouden Ganzenveer toegekend. Ook was in dat jaar Camperts roman Het leven is vurrukkulluk actieboek van de campagne 'Nederland Leest'.

De Prijs der Nederlandse Letteren is de meest prestigieuze literaire prijs in het Nederlandse taalgebied. De Taalunie kent de prijs om de drie jaar toe aan een auteur wiens oeuvre een belangrijke plaats inneemt in de Nederlandstalige literatuur. De Taalunie stimuleert ermee dat men binnen en buiten het taalgebied kennisneemt van belangwekkende Nederlandstalige cultuur en dat  die daarmee wordt gepromoot. De prijs toont bovendien dat het Nederlands een taal is waarin excellente literatuur wordt geschreven. De prijs wordt afwisselend uitgereikt door het Nederlandse en het Belgische koningshuis. In oktober reikt koning Filip de prijs uit op het Koninklijk Paleis van Brussel.


=====================================================================